Wat ik zelf doe, doe ik (niet) beter.

Waar staan de gelukkigste mensen?

Het is een vraag die ik mijn vader vroeger, toen ik een jaar of 8 was, hoorde stellen. Meestal als er vrienden of familie op bezoek was.
Allerlei antwoorden vlogen in het rond. Niemand gaf het "juiste". Tot mijn vader met zijn versie op de proppen kwam: "De gelukkigste mensen staan aan de uitgang van het containerpark."
Soms hilariteit. Soms verdwaasde blikken.

Ik weet nog dat ik toen dacht van: wat? hoe? waarom? Ik snapte er helemaal niks van. Sinds ik regelmatig het containerpark "bezoek", kan ik er mij iets bij voorstellen. Ik voel mij letterlijk lichter als ik daar tientallen kilo's groenafval, een afgedankte keukenrobot of opgestapelde "voor-mochten-we-dit-later-nog-nodig-hebben-brol" mag achter laten.

De laatste keer was ik klimop en beukenhaag aan het lossen. Er kwam een auto met aanhangwagen naast mij. Vader en tienerzoon stapten uit de auto.
Ik hoorde de vader uitleggen en demonstreren hoe zijn zoon het groenafval met een riek uit de remorque kon trekken.

Vader: "Voila, en nu mag jij de rest doen".

Zoon: "Ja maar, wat ga jij dan doen?"

Vader: "Er is nog ander gerief dat ik moet uitladen."

Wat ik zelf doe, doe ik beter.

Het deed me spontaan denken aan bedrijfsleiders die taken of verantwoordelijkheden uit handen geven.
Of net niet.
Vanuit de veronderstelling dat de medewerker zou kunnen denken: "ja maar, wat ga jij dan doen?"

Het is één van de grootste valkuilen van veel ondernemers: de "wat-ik-zelf-doe-doe-ik-beter mindset".
Het zorgt ervoor dat je blijft hangen in dingen doen die anderen ook kunnen. Waardoor jij te weinig tijd kan maken voor taken die alléén jij kan doen. Je komt niet tot de essentie van jouw rol als bedrijfsleider (wat die ook mogen zijn). Verander "wat je zelf doet" in "wat je graag doet, doe je beter."

Had de vader de zoon niet gemobiliseerd, en had hij het zelf gedaan, was hij langer bezig geweest.
Had de vader gedacht "tegen dat ik de uitleg heb gedaan, heb ik het al lang zelf gedaan", had hij een leermoment voor zijn zoon ontnomen.
Had de vader de overtuiging van "ik moet toch ook iets om handen hebben", was hij er zelf mee begonnen, en zat zijn zoon misschien zijn Snapchat te checken of TikTok te kijken.

Het gaat als bedrijfsleider in deze context over 3 vragen:

  • Wie kan welke taak van mij overnemen?

  • Waar ligt mijn unieke meerwaarde (wat niemand anders kan)? Hoeveel procent van mijn tijd ben ik hiermee bezig?

  • In hoeverre ben ik bezig met wat ze zullen denken?

Er stond geen mensen aan de uitgang van het containerpark... dus ik kon niet vragen of ze gelukkig waren. Maar één ding is zeker: de volgende keer neem ik ook mijn zoon mee naar het containerpark.

 
 
Volgende
Volgende

Ik heb de juiste golf gemist…